Armadillidium nasatum
Nederlandse naam: Neusoproller
Beschrijving:
Een grote opvallende oprolpissebed. De soort dankt zijn naam aan de opvallend uitstekende frontale driehoek (scutellum). Deze steekt ver boven het hoofd uit en de soort is daarom onmiskenbaar. De soort heeft een vast patroon op het lichaam met lengtestrepen; lichte epimeren, een lichte band op de rug en een lichte band tussen de rug en de epimeren. De kleur kan heel donker of licht zijn, maar het patroon is nagenoeg altijd aanwezig. De achterrand van het eerste lichaamssegment maakt een duidelijke hoek. Het telson is langgerekt driehoekig met een scherpe punt. Kan zich niet goed oprollen, de antennen steken duidelijk uit wanneer de soort zich oprolt. Tot 20 mm (3,5 – 5,5 mm opgerold).
Habitat:
Neusoproller komt in België in hoofdzaak voor op stenige plaatsen in bebouwde omgeving, zoals kerkhoven, spoorwegen, braakliggende terreinen, wegbermen met steenpuin en steengroeves. Lokaal kan de soort dan in heel grote aantallen voorkomen. Op kerkhoven is ze samen met Zwartkoppissebed en Ruwe pissebed vaak een van de algemeenste soorten. Oorspronkelijk komt de soort uit het Middelandse zeegebied en vandaar is het in België een warmteminnende soort. In het zuiden van het land wordt de soort incidenteel in meer natuurlijk habitat waargenomen zoals oude groeves en warme graslanden. In een enkel geval werd een grote populatie vastgesteld. De toekomst zal moeten uitwijzen of de soort duurzame populaties kan hebben buiten bebouwde omgevingen. Het best te vinden door stenen of houten planken om te draaien.
Verspreiding in België:
Algemeen tot zeer algemeen in het hele land.
EN
Very common throughout the country. Always associated with anthropogenic conditions like graveyards, railway lines and waste grounds. Found in more natural conditions on exposed rocky outcrops in the south of the country.
FR
Très commun dans tout le pays. Toujours en milieu anthropique: cimetières, voies ferrées, terrains vagues, …. Trouvé dans des conditions plus naturelles sur des affleurements rocheux exposés dans le sud du pays.
Verspreiding in buurlanden:
Een Zuidwest-Europese soort die onder antropogene omstandigheden voorkomt in Noord-, West- en Oost-Europa. De soort bereikt vermoedelijk haar noordgrens in België, meer naar het noorden toe komt de soort nagenoeg uitsluitend in antropogeen habitat voor.
Literatuur:
Vandel (1960, 1962), Gruner (1966), Hopkin (1991), Berg & Wijnhoven (1997).